In de klas wordt steeds meer gebruik gemaakt van digitale apparaten… Maar hoe tevreden zijn leraren hierover? Wanneer werk je liever zonder al dat digitaal lesmateriaal? En welke randvoorwaarden zijn nodig om efficiënt met technologie les te geven
Helene Hannecart, leerkracht op het Lutgardiscollege in Brussel, beantwoordt hier een aantal pittige vragen over hoe al die digitale apparaten invloed hebben op het lesgeven en deelt haar persoonlijk perspectief over digimateriaal in het onderwijs.
Vraag 1: Hoe hebben digitale apparaten vandaag de dag effect op jouw lessen?
Helene: Digitale apparaten hebben een heel groot effect op mijn lessen. In het tweede middelbaar geef ik het vak NRT (Natuur, Ruimte en Techniek). Daar werken we eigenlijk volledig digitaal via Google Classroom. Dit betekent dat de leerlingen elk hun eigen versie van de cursus hebben op hun eigen Chromebook. Enerzijds, brengt dit heel veel mogelijkheden met zich mee. Zo kunnen gemotiveerde leerlingen, zelf bijkomende vragen googlen. Anderzijds zijn er ook uitdagingen, want je zit daar met al die schermen… De leerlingen zijn verantwoordelijk wat dat ze doen op hun scherm en wij als leerkrachten moeten dat zien te beheren en monitoren.
Vraag 2: De volgende vraag is dan meteen: Wat zijn de uitdagingen die je tegenkomt bij het gebruik van al die digitale apparaten?
Helene: De grote uitdaging is om de leerlingen te leren hoe zij verantwoordelijk moeten omgaan met een laptop tijdens de les en hoe ze zelf pro-actief informatie kunnen opzoeken. Leerlingen zijn gewend aan hoe het er vroeger aan toe ging in het klaslokaal. Veel van de leerlingen hebben thuis maar dat ene kwartiertje computertijd en dat gebruiken ze dan om videogames te spelen. En nu hebben ze plots een laptop in het klaslokaal, hebben ze soms hier en daar wat tijd over en zijn ze dan toch snel geneigd om die ene videogame te gaan spelen. Daar moet je dan heel snel in zijn om hen te leren van: in de les gebruik je je Chromebook om dingen op te zoeken en om de cursus aan te vullen. Thuis kan je je Chromebook gebruiken om inderdaad die videospelletjes een kwartier te spelen. Maar het is een echte uitdaging om hen dat aan te leren.
Vraag 3: En wat is voor jou de ideale situatie waarin digitale apparaten en het onderwijs samenkomen?
Helene: Ik geloof zeker dat digitale apparaten in het onderwijs aanwezig moeten zijn, maar wel niet in elke les. Digitale tools moeten een meerwaarde bieden voor jouw les. Het is ook heel belangrijk dat leerlingen blijven noteren. Zo maak ik heel vaak een bordschema, dat is dan een grote samenvatting van alles dat we in een onlinecursus hebben behandeld. Zo hoop ik de leerlingen ook te leren om inhoud te structureren op een blad papier. Het onderwijs moet mee met zijn tijd en digitale tools zijn dus van belang, maar tegelijkertijd zijn er veel elementen van de traditionele manier van lesgeven die we niet mogen verwaarlozen.
Vraag 4: Ontvang je enige ondersteuning en begeleiding vanuit de school bij het gebruik van digitale apparaten?
Helene: Er wordt hier heel veel ondersteuning aangeboden, zowel van medeleerkrachten als onze directrice. Hier en daar worden bijscholingen gevolgd door collega’s die daarvan de hoofdpunten delen. Onze school heeft heel bewust nagedacht over hoe de synergie te creëeren tussen het digitale en traditionele onderwijs. We hebben een duidelijke visie en de nodige ondersteuning.
Vraag 5: En dan kom ik bij de laatste vraag, welk advies zou je meegeven aan andere leerkrachten die voor het eerst aan de slag gaan met digitale apparaten in het klaslokaal.
Helene: Denk na over wat je precies wilt bereiken met het digitale aspect in jouw klaslokaal. Je kan digitale apparaten voor heel veel doeleinden gebruiken, wil je jouw leerlingen leren opzoeken, wil je de les interactiever maken, … Voor een verschillend doeleinde zal je jouw digitale tools op een andere manier moeten inzetten. Als jouw doel beter bereikt wordt met papier, gebruik dan geen digitale tools. Mijn conclusie is dus, eerst bepalen waarom je digitale apparaten aan je les wilt toevoegen en dan pas nadenken over juiste manier om deze toe te passen. Zo voorkom je dat leerlingen in de war raken en behoud je de controle over je klas.